A l’occasion de l’exposition « Focus » qui se tient à la résidence de l’Ambassade de Belgique à La Haye (Pays-Bas), Walter van van Teeffelen, dresse le portrait de quelques artistes liégeois, publications en ligne sur le site « If the is now ». Rappelons que cette exposition regroupe des oeuvres qui proviennent de la Collection de la Province de Liège. Parmi les artistes concernés, on compte Jacques Lizène, Marie Zolamian ou encore Sophie Langohr.
A chacun, Walter van van Teeffelen a posé cinq questions, sur leurs préoccupations principales, sur l’œuvre qu’ils estiment la plus importante de leur corpus, sur le rôle de l’artiste dans notre monde contemporain. Résultats. Voici la contribution de Jacques Lizène.
Van Jacques Lizène hangt er op de tentoonstelling op de Belgische ambassade in Den Haag een mooi werk boven een bruine opbergkast. Je ziet Jacques Lizène zelf met een ananas op zijn hoofd. De helft van zijn gezicht heeft hij rose gemaakt, met rode lippen. En op de plaats van zijn linkeroor zie je een uitstekend ezelsoor.
Het werk heeft de titel Peinture nulle 1964, sur l’ idee de mettre n’ importe quel objet sur la tete 1994, en remake 2010. Jacques Lizène die zichzelf ook de kleine luikse meester van de tweede helft van de twintigste eeuw noemt, is de uitvinder van l’art nul oftewel ART ZERO. Toen ik hem vroeg naar zijn kunstwerk op de Belgische ambassade zei hij : ‘C’ est une sculpture mediocre d’après les projets (dessins) d’ art syncretique de 1964.’ Hij wil het zeker geen design noemen, oftewel ‘disign’ zoals hij het toentertijd het design noemde.
Storende werken
Hij heeft zeker een centraal thema en zelfs perifere thema’s in zijn werk, zegt hij, maar hij vindt het niet zijn taak zich daarover uit te laten. ‘Laat dat maar over aan de kunstcritici. Ik werk intuïtief, dat lijkt me voldoende toelichting.’
Sinds 1961 is hij kunstenaar, en bijzonder productief ook. Hij is een virtuele verzamelaar, zegt hij, en hij ervaart het leven ‘achteruit gaande’. Jean-Michel Botquin beschrijft Jacques Lizène als ‘een gezagsondermijnende artiest die zowel in België als in het buitenland bekend is, hij mixt video, geluidsvoorwerpen, foto’s en schilderwerk. Hij maakt storende werken die het tegenovergestelde van de artistieke normen, de esthetiek en de goede smaak beweren.’
Doorgekruisde wankele stoelen
Ter gelegenheid van een tentoonstelling op de Design Biennale in Luik in 2012 schreef Botquin verder: ’Alle soorten dingen kruisen, dieren, gezichten, gebouwen, bomen, auto’s, stoelen, beeldhouwwerken, twee stijlen uitsnijden en door elkaar mengen: Jacques Lizène maakt sinds 1964 syncretische kunst. Terwijl hij in 1965 besluit niet te verwekken doet de kleine luikse meester sindsdien niets anders dan koppelen, maar hij verandert, hij beledigt, hij overschrijdt, hij verheugt zich over de disharmonie en juicht zelfs als deze niet waargenomen wordt.
Schipbreuk van blikken, salononderdompeling voor trendy verzamelaars, kapseizen van kasten en buffetten, doorgekruisde wankele stoelen: Jacques Lizène reactiveert de ondergang en schudt de concepten door elkaar. Hij zaagt stoelen en meubels, brengt ze samen, stelt ongelooflijke kruisingen samen; hij orkestreert ongerijmde ontmoetingen, organiseert botsingen van vreemde elementen en stelt de aanrijdingen bij; hij hangt stoelen aan de muur of stapelt ze als totems op, brengt de meubels in onevenwicht, legt zogezegde onhandige stillevens op de meubels.
De stoelen dansen, kronkelen of slapen terwijl de meubels zinken en wankelen. In een opzettelijke chaos is de verstoring systematisch. Lizène gooit de meubels om zoals hij de waarden omgooit (…)
( Uit No Design, tekst van Jean-Michel Botquin ter gelegenheid van de tentoonstelling tijdens de Design Biennale in Luik in 2012.)
[sociallinkz]